Welkom bij het straatverhaal van de Ballaarstraat in Antwerpen!

Ondertussen is dit Straatverhaal langzaamaan aan het verdwijnen; mensen willen nu eenmaal af en toe hun ramen poetsen 🙂

Maar niet getreurd: hieronder vind je het volledige verhaal!

Wil jij ook een Straatverhaal? Stuur me dan een berichtje!

Pssst! Dit Straatverhaal verscheen trouwens ook in Flowmagazine. Bekijk hier het artikel!

 

Dit is het verhaal van de graaf van Ballaer

(spreek uit: Balláár).

Zo rijk als de zeeën was hij!

Trakteren was -fortuinlijk- zijn tweede natuur,

dat maakte zijn roomies erg blij.

(Hij had het niet hoog in zijn bol)

Soms toog hij des nachts naar de shop van Mie Kat

om toebak en bier te gaan halen.

Hij gaf die voorts weg als een geste, zeg maar,

en kwam thuis met duizend verhalen*

* Bijvoorbeeld dat van Albertine, de beenhouwerin

(gorilla van een vrouw!)

De buurt hield van zijn pianospel

– ‘t was een talent met noten –

Iedereen genoot van de sfeer op zijn Hof.

Soms zette hij ook iets literairs op poten!

En eens per jaar, door de kinders van ‘t straat,

werd d’ ouw gazet versneden

in ‘t zinken bad – door de graaf geschonken! –

om de processie met gazetconfetti te bekleden.

Dat was toen een noodzaak, dat wist iedereen

(Swengst ook pintjes voor de pastoor)

om welvaart en geluk te verkrijgen

en goed eten op uw talloor.

Pssst! Wilde weten hoe ‘t de graaf is vergaan?

Steek dan over; ‘t is nog lang ni gedaan!

Dus de graaf van Ballaer -spreek uit ‘Balláár!-

die kon als een regenboog stralen

als zijn Hof van Ballaer gevuld was met mensen

en galmde van warme verhalen.

Zijn tafels gedekt, alle bekers gevuld,

schalen vol kiekens en vissen!

En wie vertrok kreeg mandenvol lekkers mee

voor wie het festijn moest missen.

Hij hield van het volk,

van de man (m/v/x) in de straat,

hij bleef maar delen en geven.

En hij steunde marchant, kruidenier en bakker;

daar kocht hij zijn brood voor ‘t leven.

Zo was onze graaf meer op wandel dan thuis;

op zijn Hof was de plezansie verdwenen…

Geen wind in de zeilen, het water dat steeg,

hij was nu op zijnen alleenen.

Hij dacht toen met heimwee aan de tijd van weleer;

hij had mazzel aan mensen geschonken,

 

toebak en gerstenat, eten en sfeer;

zijn rijkdom was erg geslonken.

Hij verkocht zijn piano, zijn Hof en zijn koets,

dees luxe was nu overbodig.

Een studio, een weefraam, wat buren erbij,

meer had onze graaf niet nodig.

En was het schoon weer, dan ging hij naar buiten,

met de benen ontbloot, als het kon!

Hij groette facteur, zotte Maria en Albertine,

en genoot met hen van de zon.

Nu was de graaf dus armer dan ooit,

maar met geld verdween ook zijn muizenis,

We spreken nog vaak over de graaf van Ballaer,

en de rest, dat is geschiedenis.